Bereiding

Breng het water met de kruiden en appelschillen aan de kook. Laat 10 minuten zachtjes pruttelen, zet het vuur uit en laat de punch nog een half uur trekken. Zeef de kruiden eruit, voeg het appelsap toe en serveer warm.

Bereiding

Was de rijst tot het water niet meer melkachtig wit kleurt. Breng de rijst aan de kook met de kardemom en wat zout en anderhalf keer zoveel water als rijst. Zet het vuur lager en laat de rijst op laag vuur langzaam wellen. Verhit de ghee (olijfolie) in een kleine pan en rooster hierin langzaam de amandelstiften met de kaneel en asafoetida tot ze goudbruin zijn. Sprenkel voor het serveren een lepel geroosterde amandelen over de rijst.

Bereiding appel

Was de appels, verwijder het klokhuis en zet ze in een ovenschaal. Hak de amandelstiften of walnoten grof. Meng de vossenbessencompote, havervlokken, walnoten of amandelen, ahornsiroop en kruiden en vul de appels ermee. Leg een klontje boter op elke appel en giet het appelsap in de ovenschaal. Bak de appels, afhankelijk van de soort, 20 tot 30 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden (hetelucht).

Bereiding kruidige room

Klop de slagroom op, breng op smaak met koekkruiden, zoet met ahornsiroop en serveer bij de gebakken appels.

Bereiding

Kneed de ingrediënten tot een soepel deeg en laat dit een half uur rusten. Verdeel vervolgens op een met meel bestoven oppervlak het deeg in 8 gelijke stukken en rol hier balletjes van. Dek af met een vochtige doek. Rol het deeg uit tot dunne ronde plakken (bestuif het deeg en werkoppervlak daarvoor gerust ruimschoots met meel).

Verhit wat ghee of olie in een koekenpan op hoog vuur en leg een stuk deeg in de hete pan. Bak ongeveer 2 minuten aan elke kant. Als het deeg luchtblaasjes begint te vormen, druk ze dan een beetje aan met een doek. Als het broodje gaar is, leg het dan op een bord en houd het warm in de oven tot alle broodjes gaar zijn. Dek ze af met een deksel.

Bereiding

Was de kikkererwten, doe ze in een kom en laat ze een nacht weken met drie keer zoveel water. Kook de kikkererwten de volgende dag in het vocht tot ze zacht zijn. Dit duurt ongeveer 40 minuten. Blijf de hoeveelheid vocht in de pan in de gaten houden en voeg zonodig water toe. De kikkererwten moeten altijd onder water staan.

Verhit de ghee (olijfolie, kokosolie) in een pan en rooster hierin het mosterdzaad tot het begint te springen. Haal de pan van het vuur en voeg de resterende kruiden en rietsuiker toe. Rooster de kruiden op laag vuur, tot de geur goed vrijkomt. Voeg wat water of groentebouillon toe. Voeg nu de kikkererwten eerst zonder het vocht toe en pureer het mengsel met een staafmixer. Giet er beetje bij beetje het kikkererwtenvocht bij tot er een dikke saus ontstaat. Laat opnieuw enkele minuten pruttelen en breng op smaak met zout, peper, citroensap en -rasp. Besprenkel met verse peterselie. Indien gewenst kunnen er ook 2 eetlepels slagroom worden toegevoegd, waardoor de dal bijzonder romig wordt.

Bereiding

Was en schil de pompoen (niet nodig bij een Hokkaido) en snijd in blokjes van 2x2 cm, halveer de spruitjes. Verhit de ghee (olijfolie, kokosolie) in een pan. Voeg het mosterdzaad toe en rooster dit tot het mosterdzaad begint te springen. Haal de pan kort van het vuur. Doe de rest van de specerijen en de spruitjes erbij en rooster nog even mee. Blus af met 100 ml groentebouillon en laat 5 minuten sudderen. Voeg nu de pompoenstukjes en de resterende bouillon toe. Laat 15 minuten zachtjes pruttelen. Voeg slagroom toe, pureer wat pompoenstukjes fijn met een beetje vocht en doe terug in de curry. Laat even sudderen zodat de curry lekker romig wordt. Voeg zo nodig nog wat vocht toe. Breng de curry op smaak met wat citroensap, citroenrasp en zout en besprenkel tot slot met verse peterselie of koriander.

Bereiding

Halveer de knolselderij en snijd met een groentesnijder 12 dunne plakken. Breng in een ruime pan water met ajowan, suiker, zout en citroensap aan de kook en kook hierin de selderijschijven beetgaar. Dit duurt ongeveer 10 minuten. Giet het selderijvocht af en houd het apart. Laat de schijven schrikken in koud water. Snijd voor de vulling de resterende selderij in kleine stukjes en kook ze in het selderijvocht tot ze zacht zijn. Voeg de kruiden en de slagroom toe en pureer zeer fijn.

Leg nu met twee lepels wat vulling op de selderijplakken en vouw tot ravioli. Bak ze in een pan in een beetje ghee of olijfolie tot ze aan beide kanten goudbruin zijn.